Samenvatting rapport ‘Op zoek naar toewijding’

Dit rapport presenteert de uitkomsten van een luisterronde onder twintigers en kerkelijke experts uit de achterban van de IZB over de vraag: wat hebben kerkelijke twintigers nodig om te groeien in geloof en welke rol speelt de kerk daarin? Hierover zijn gesprekken gevoerd met zeven groepen twintigers, aangevuld met gesprekken met zeventien predikanten, vijf jeugdwerkers, drie jeugdouderlingen, vijf missionair werkers en tien wetenschappelijke experts. De gesprekken zijn bedoeld om plaatselijke kerken te dienen in de missionaire vorming van twintigers, een groep waaronder de kerkverlating groot is. Het rapport bevat praktische handreikingen en tips, die in deze samenvatting niet allemaal aan de orde kunnen komen, maar die wel zicht bieden op best practices uit diverse plaatsen in het land. Deze samenvatting is dus absoluut niet volledig, maar meer een greep uit de observaties uit het rapport.
Twintigers zijn ervan overtuigd dat ze de kerk nodig hebben om te blijven geloven. Wekelijks naar de kerk gaan geeft het broodnodige ritme in hun fragmentarische leven. Een vitale geloofsgemeenschap helpt hen om te groeien in openheid naar God en naar elkaar. Twintigers verlangen naar Godservaringen. Ze worden meer geraakt door authentieke verhalen dan via de intellectuele route. Ergens moeten ze het geloof kunnen verbinden met hun eigen leven. Ze zoeken naar een geloofstaal die resoneert in hun hart, die hen optilt. Tradities en rituelen die hun gevoel raken en hun identiteit versterken zijn belangrijk. Muziek speelt hierin een grote rol. Daarnaast willen twintigers belangrijke momenten markeren. De kerk heeft hier, behalve de openbare geloofsbelijdenis, geen ritueel voor.
Als twintigers zich gaan settelen is dit vaak een critical moment om wel of niet aan te sluiten bij de kerk. Zeker als single of als je partner niet gelovig is, is de stap om je weer te verbinden aan een kerk waarin ze weinig of niemand kennen groot. Kerken zouden zich hiervan meer bewust moeten zijn. Zowel in het belang van eigen twintigers die zich elders settelen als twintigers die zich nieuw settelen in hun wijk of dorp.
De verbinding tussen geloof en praktijk is belangrijk voor twintigers. Ze haken aan op podcasts en preken die deze link maken, en op onderling contact. Ze zijn ook op zoek naar een vorm van radicaliteit, waarbij het leven van alledag alles te maken heeft met het christen-zijn. Jongeren hebben daarom identificatiefiguren nodig in de kerk. Mensen die mild voor hen zijn met veel liefde en begrip. We kunnen op dit punt iets leren van kerken waar er meer aandacht is voor mentoraat, ook als onderdeel van een gezamenlijke leefstijl.
De rol van de predikant moet hierbij niet onderschat worden. Waar de predikant goed contact heeft met twintigers, bloeien die twintigers vaak op. De predikant moet daarom ruimte hebben om een duurzame relatie op te bouwen met de twintigers. Predikanten kunnen ouderen in de gemeente tot bondgenoten maken, door bij hen begrip te kweken voor de aandacht die zij aan twintigers willen besteden.
Experts zien dat twintigers volop bezig zijn om hun eigen identiteit te ontdekken. Ze kunnen niet meer terugvallen op het collectief, zoals in de tijd van de verzuiling. Ze moeten zelf uitvinden: wie ben ik, wie wil ik worden en hoe doe ik dat? Wat betekent mijn christen-zijn daarin? Dat wordt bevraagd door anderen en soms krijgt het geen plek meer in hun identiteit. Als dat laatste gebeurt, dan worden twintigers opgezogen in een proces van secularisatie. Sommige twintigers vinden het moeilijk om de relatie tussen zondag en doordeweeks te leggen omdat hun leefwereld niets meer met de zondag te maken lijkt te hebben.
Een manier om twintigers te laten verwortelen, is door ze bewust te ontregelen. Zo kun je als predikant met twintigers in debat gaan over de basics van het christelijk geloof, waarbij je zelf allerlei kritische vragen stelt. Door jongeren op die manier in verwarring te brengen, worden ze uitgedaagd om te onderzoeken wat echt en essentieel is en hoe zij daar zelf woorden aan kunnen geven. Het idee daarachter is: ontregel jongvolwassenen eerst zodat ze weerbaarder worden, anders worden ze wel ontregeld buiten de kerk, met als risico dat ze daardoor het geloof verliezen.
Bijbellezen en gebed horen niet meer tot de dagelijkse routine van twintigers en hun Bijbelkennis is gering, is een belangrijke conclusie uit de luisterronde. Kerkelijke twintigers weten over het algemeen niet hoe ze de Bijbel moeten lezen. Het verrassende, schurende en steeds vernieuwende van de Bijbel: het is van groot belang dat de kerk de twintigers leert om dit op het spoor te komen.
Het volgen van een podcastserie kan voor twintigers een manier zijn om met regelmaat de Bijbel open te doen. Predikanten zouden vanuit een podcastserie een prekenserie kunnen maken om twintigers te stimuleren om Bijbelpodcasts te beluisteren en zo gevormd te worden. In sommige kerken zijn er groepen twintigers die experimenteren met verschillende gebedsvormen. Zo zijn er meer praktische vormen mogelijk waardoor de kerk een oefenplek wordt voor geloof.
In steden zijn er veel initiatieven ontplooid waar twintigers actief betrokken zijn bij nieuwe vormen van kerkzijn of nieuwe werkvormen binnen bestaande kerken. In dorpen wordt er nog weinig geëxperimenteerd. Dit heeft met de sociale dynamiek te maken, met een meer praktische levensstijl en met het waarderen van tradities. Het voeren van het geloofsgesprek is soms generaties lang niet gedaan. De sociale verhoudingen, en soms nare ervaringen vanuit het verleden met de dorpskerk, maakt het delen van het evangelie in dorpen lastiger dan in steden. Secularisatie is niet alleen van de stad, maar ook zeker van het dorp. Veel predikanten maken zich zorgen over hoe geworteld hun twintigers nu echt zijn in het geloof.
Een algemene vraag die terugkwam in het onderzoek, is of de kerk nog wel aansluiting heeft met praktisch opgeleiden. Een traditionele Bijbelkring sluit niet altijd aan bij die groep. Dat onderstreept het belang van een cultuur van missionair en diaconaal werk waarbij ‘doen’ centraal staat. Jongeren die missionair werk of een diaconale vakantie hebben gedaan, hebben een bepaalde missionaire gevoeligheid en openheid ontwikkeld. Doen helpt hen daarbij. Het is dus niet zozeer het beredeneren, maar het doen en ervaren dat zorgt voor een bepaalde vrijmoedigheid. De kerk als oefenplek is cruciaal voor twintigers om zich toe te wijden aan God en aan elkaar.